Leo Krans

Bestel mijn boek

Invloed van opvoeding

Dit artikel is niet alleen bedoeld voor ouders, maar ook voor iedereen die zichzelf beter wil begrijpen. Je huidige situatie is namelijk het resultaat van de manier waarop je zelf opgevoed bent; hoe moeilijk dit ook in te zien is soms. De invloed van de opvoeding is veel groter dan je denkt of kunt inzien. Ik ben al vrij lang bezig met schrijven en onderzoek hierover. Nu ben ik er honderd procent van overtuigd dat de opvoeding de belangrijkste factor is voor iemands welbevinden. Doordat ik vrij goed op de hoogte ben van hoe hersenen zich ontwikkelen, weet ik wat er zich allemaal afspeelt in de bovenkamer.

De hersenen zijn dusdanig geconstrueerd dat invloeden (ervaringen, denken) worden vastgelegd en dat daar verder op gebouwd gaat worden. De eerste ervaringen en invloeden zijn vaak bepalend voor de rest van het leven. Het is als een soort fundering waar de rest op gebouwd wordt. De fundering ziet men later niet meer, maar is wel aanwezig. Net zoals op een ronde fundering een rond huis gebouwd gaat worden, zo veroorzaakt een bepaalde manier van opvoeden een bepaald denken. Ronde huizen kunnen onderling enorm verschillen, maar ze hebben allemaal een ronde fundering als uitgangspunt. Dit komt omdat er een bepaalde vaste basis is waar men verder op gaat bouwen.

Het grote probleem is echter, dat de invloed van de opvoeding moeilijk in gezien wordt, want de eerste invloeden zijn zeer vroeg begonnen en niet iedereen herkent het. Net zoals de fundering van een huis onzichtbaar is, maar wel bepalend is voor rest van het bouwsel, zo is de invloed van de opvoeding ook onzichtbaar geworden.

Opvoeding kan op twee manieren op een kind inwerken. Het ene is bepaalde dingen bewust of onbewust overnemen en het andere is een bewust of onbewust opstandige reactie als gevolg van een bepaalde manier van opvoeden. Beide invloeden spelen mee in iedere situatie. Tafelmanieren kan een kind wel overnemen bijvoorbeeld, terwijl hetzelfde kind de kledingsadviezen kan negeren en een eigen weg wil. Door een bepaalde houding van ouders, ontstaat een bepaalde reactie bij het kind. Door druk ontstaat weerstand en door opwekking ontstaat medewerking.

Na verloop van tijd gaan deze reacties van het kind een levenshouding worden. Zodra dit eenmaal een bepaalde structuur heeft gekregen, gaat men hier verder op bouwen. Wat ik nu net omschreven heb, zijn de principes voor ontwikkeling en niet of het positief of negatief is. Het kan positief zijn (zich gelukkig voelen) of negatief (zich ellendig voelen) of gecombineerd. Met dit laatste bedoel ik dat de gemoedstoestand wisselend is en dat het kind (en de latere volwassene) bepaalde ervaringen heeft waarbij het zich wel prettig voelt (een hobby bijvoorbeeld) en op andere gebieden met zichzelf in de knoei zit (eigenwaarde bijvoorbeeld).

Door een bepaalde ervaring van de opvoeding, ontstaat een bepaalde manier waarop men het leven gaat benaderen. Heeft men als basis bijvoorbeeld ernstige zelftwijfel, dan zal deze basis een grote invloed blijven uitoefenen gedurende de rest van het leven. Niet dat het levensverloop daardoor vastligt, maar deze onzekerheid blijft wel een grote invloedrijke factor. Het is te veranderen, maar moeilijk. Deze site en mijn boeken kunnen daarbij helpen.

Hoe iemand opgevoed is, bepaalt hoe iemand de wereld benadert. In beperkte mate zijn er veranderingen mogelijk, maar vaak dat men in een bepaald denken vastzit. Nogmaals, dit is vaak moeilijk in te zien, omdat de beginselen hiervan zeer vroeg zijn ontstaan. Er zijn drie belangrijke factoren voor iemands ontwikkeling. Dat zijn: overnemen, tegenwerken en eigen initiatief. Deze drie factoren ga ik nu even apart behandelen.

  • Overnemen. Een kind heeft een natuurlijke drang om een of beide ouders na te doen en hun opvattingen en gedragingen over te nemen (soort leraar in feite). Maar zodra de invloeden van ouders opdringerig beginnen te worden (moeten), ontstaat er een vorm van weerstand. Gaat alles spontaan en prettig, dan wil een kind bijna alles nadoen en overnemen wat het ervaart. Wil ma zwemmen, dan wil het kind het ook. Wil pa koken, dan wil het kind dat ook. Zijn er echter spanningen, dan heeft kind vaak geen zin om het ook te gaan doen en zal men meer moeten dwingen. Het kind wil dus nadoen, tenzij. Dit geldt ook voor volwassenen. Als je anderen iets leuks ziet doen, wil je ook. Moet je meedoen, dan heb je meestal al geen zin meer.
  • Tegenwerken. Deze drang ontstaat doordat ouders niet correct zijn tegenover het kind. Dit kan bijvoorbeeld zijn: dwang, agressie, kind niet serieus nemen of domineren. Ondergaat een kind dit, dan komen er onmiddellijk opstandige gevoelens bij het kind. Zijn die gevoelens sterk genoeg, dan ontstaat tegenwerking. Uit protest gaat men dan juist het tegenovergestelde willen doen. Ik neem roken als voorbeeld. Wordt een kind verboden om te roken (en ouders roken eventueel zelf wel), dan is de kans redelijk groot dat het kind het juist wel wil (als protest). Doordat het opgelegd wordt, ontstaat juist weerstand. Verbiedt men het niet en legt men uit dat roken ongezond is, dan is de kans zeer groot dat het kind niet zal gaan roken. Mij is nooit verboden om te roken en ik heb altijd geweigerd om sigaretten van anderen aan te nemen, omdat IK het niet wilde en niet omdat het niet mocht.
    Door druk en moeten van ouders kunnen er twee dingen gebeuren. Het ene is dit accepteren en daardoor ontstaat onderdanigheid en onzekerheid met een grote kans op het verlies van originaliteit. Het andere is weerstand hier tegen (in verschillende vormen, zoals agressie, zich afsluiten) en onzekerheid, maar met een grote kans op het behoud van originaliteit. Zodra men iemand anders toelaat om het denken te bepalen, wordt originaliteit moeilijk. Vandaar dat er vaak iets ontstaat uit het brein van stille en teruggetrokken personen. De praatjesmaker is hiertoe niet in staat.
  • Eigen initiatief. Deze natuurlijke drang die iedereen heeft, veroorzaakt dat we ontwikkelen. Kinderen en volwassenen willen veel dingen doen en weten en deze drang wordt vanzelf opgewekt. Dit geldt niet alleen voor een correcte ontwikkeling, maar helaas ook voor onjuiste ontwikkeling. De drang van ontwikkelen is er altijd, dus ook als men tegenwerkend is. Wekt een ouder tegenwerking op (de ouder is de schuldige dus), dan zal het kind ook steeds creatiever worden in het tegenwerken. Niet alleen gaat het kind zich steeds schever ontwikkelen, maar de overheersende ouder gaat ook een steeds sterker wordende invloed uitoefenen, want zijn / haar kind gaat steeds meer tegenwerken. Dit accepteert een dominerende ouder namelijk nooit.

Uiteraard moet men dit niet zwart / wit zien, want op sommige gebieden zal een kind overnemen, terwijl die op andere gebieden weer tegenwerkt. Het ligt er aan hoe ouders op dat gebied zijn. Het probleem van dit alles is het inzien hiervan. Als volwassene zijnde, is het moeilijk om te concluderen dat je huidige leven gebaseerd is op je vroegere ervaringen. Na je beginontwikkeling (als reactie op de opvoeding) ben je hierop gaan voortbouwen en leid je nu het leven dat je nu leidt. Dit inzien is dus niet altijd duidelijk, maar geloof me maar, het is zo.

Niet alleen doordat de invloeden op een jonge leeftijd begonnen zijn is het inzien moeilijk, maar ook omdat men gegroeid is. Net zoals men dus de fundering van een huis niet meer ziet, zo ziet men de reden van een bepaald denken ook niet meer. Iemand die inziet dat hij agressief is, ziet meestal niet in waarom. Een fundering ziet men alleen als hij gelegd wordt. Ontken niet te snel dat de mogelijkheid bestaat dat de manier van opvoeden invloed uitgeoefend heeft, want dan wordt veranderen moeilijker.

Hoe een ouder een kind benadert, resulteert in een overeenkomstige reactie van het kind. De reactie kan dus meewerkend of tegenwerkend zijn. Dit ligt dus meestal niet aan het kind, maar altijd aan de ouder. Moeilijk te accepteren waarschijnlijk, maar toch waar. Ik zal een voorbeeld geven (verplaats je in het kind). Boodschappen doen. Benadering A: "Je moet mee boodschappen doen." Resultaat, bijna altijd: "Ik heb geen zin", of "Maar ik ben zo moe." (Hoe zou jij het vinden om bevolen te worden?) Benadering B: "Ik moet heel veel boodschappen doen. Wil je me helpen?" Resultaat in de meeste gevallen: "Ja, is goed." Het verschil ontstaat niet door het boodschappen doen, maar door de benadering.

Zogauw iemand beveelt, komt de ander in opstand. Vraagt men iemand om hulp, omdat het noodzakelijk is, dan is diegene meestal bereid om te helpen. Dit geldt voor volwassenen en kinderen. Hoe meer iemand beveelt, des te meer komt de ander in opstand.

Daarom krijgt men opstandige of onderdanige kinderen als men gaat lopen te bevelen en geen spontane kinderen. En daarom ook worden kinderen opstandig als men hun bijvoorbeeld kleineert (hoe zou jij het vinden). Iedere onjuiste benadering van een kind, lokt een overeenkomstige reactie van het kind uit. Welke reactie dat is, kan verschillen, maar er komt meestal wel iets. Kleinigheidjes merkt men niet altijd direct, maar die stapelen zich wel op in de hersenen en gaan vroeg of laat resulteren in gespannen omgang.

De "voorwaarden" voor omgang die een kind stelt, heeft iedereen. Het kind wil net zoals een volwassene serieus genomen worden en zich kunnen ontplooien. Gaan ouders correct om met kinderen, dan zullen ze gegarandeerd weinig of geen problemen hebben. Niet alleen veroorzaakt onjuist gedrag van de ouders direct spanningen met de kinderen, maar er gaat nog wat anders gebeuren. Er zijn namelijk ook gevolgen voor het kind. Zeldzame en kleine onjuiste benaderingen van de ouders kunnen nog verwerkt worden, want kinderen hebben een vrij goed herstelvermogen. Maar dit heeft zijn grenzen.

Zijn de onjuiste inwerkingen sterk en regelmatig, dan ontstaat geestelijke schade en / of onjuiste gedrag. De belangrijksten zijn gebrek aan zelfvertrouwen en een drang om zichzelf te moeten bewijzen. Dit laatste is weer een gevolg van een gebrek aan zelfvertrouwen. Met deze basis gaat het zich ontwikkelen tot een volwassene met de overeenkomstige problemen.

Een gebrek aan zelfvertrouwen ontstaat tijdens de opvoeding en dit is later heel moeilijk weer kwijt te raken. Dit komt doordat het kind door de ervaringen van de opvoeding het zelfvertrouwen is kwijtgeraakt. De enige reden is dat de ouders niet de juiste houding tegenover het kind hadden. Daardoor ontstaat een gebrek aan zelfvertrouwen. Zodra men dit heeft en zelf is gaan geloven, gaat dit een basishouding worden. Vanuit deze basis gaat men het leven benaderen. Omdat dit nu een basis is geworden, gaat men ieder falen zien als een bevestiging van de eigen onkunde.

En om te voorkomen dat er bevestiging komt van de eigen onkunde, gaat men zoveel mogelijk proberen om alles te vermijden wat risico in houdt. Mocht men positieve ervaringen hebben (succes, complimentjes), dan wijdt men dit dan aan toeval en men kan zich zelfs schuldig gaan voelen, want "dit heb ik niet verdiend." Doordat die onzekere basis er is, komt men meestal niet vooruit. Velen lopen onterecht met het idee rond van "ik tel niet mee." Dit is onzin, iedereen telt mee. Deze gedachtegang is vroeger bij je ontstaan door je opvoedingservaringen.

Ouders die niet of te weinig luisteren en iemand onvoldoende serieus nemen, zijn funest voor het zelfvertrouwen. Geloof je me niet ? Hou dan maar eens goed in de gaten hoe je je voelt als iemand kritiek op je heeft. Je gaat je kleiner voelen, of je wordt kwaad. Krijg je nog meer kritiek, dan wordt dit alles versterkt. Dit heb je vroeger als kind zijnde waarschijnlijk ook ervaren.

Stel, je had ouders die vaak kritiek op je hadden. Als je je kunt voorstellen dat kritiek nu invloed heeft op je zelfvertrouwen, kun je je misschien ook voorstellen dat dit in je kindtijd gebeurd is. Iedere keer dat je kritiek kreeg, werd een stukje van je zelfvertrouwen afgeknabbeld. Net zolang totdat je gebrek aan zelfvertrouwen groter was dan je zelfvertrouwen. Zodra dit een feit is, ga je steeds meer terrein verliezen want het slechte wordt nu steeds sterker en het goede steeds zwakker. Na verloop van tijd, maak je geen schijn van kans meer, want je wordt dan volledig overheerst door je gebrek aan zelfvertrouwen.

Als volwassene zijnde, zul je af en toe merken dat je bepaalde gewoontes en gedachten hebt die je graag zou willen veranderen. Dat dit moeilijk is, zul je waarschijnlijk wel weten. Het kan zijn dat je deze dingen zelf hebt aangewend, of dat het overblijfselen zijn van je opvoeding. Het kwijt raken van zoiets, is vaak moeilijk, omdat dit alles vast ligt in de hersenen.

Zodra iets eenmaal vast ligt in de hersenen (een gedachte, gewoonte), is het moeilijk om het weer kwijt te raken. Daarom is het o zo belangrijk dat alles wat je ervaart, denkt en verwerkt, op een correcte manier gebeurt. Voorkom bijvoorbeeld dat je gaat roken, want mocht er een tijd komen dat je er mee zou willen stoppen, dan ga je het moeilijk krijgen. Het is daarom niet zozeer de nicotine die je mist, maar meer de handelingen van het roken die je gaat missen en je prikkelbaar gaat maken. Net zoals ik prikkelig word als een keer de krant niet bezorgd is. Dit heeft niks te maken met het missen van een bepaalde stof, maar met het missen van een bepaalde gewoonte.

Dit alles geldt ook voor opvoeding. De invloed van de manier van opvoeden veroorzaakt een bepaalde reactie en dit wordt later een basishouding. Zolang het goed is, is er niks aan de hand, maar onjuiste verschijnselen gaan een last voor het leven worden. Een kind dat gewend is om altijd zijn zin te krijgen, wordt later in de maatschappij gegarandeerd een moeilijk persoon die ook hier altijd zijn zin wil hebben en daardoor vaak botst met anderen.

Een onzeker kind zal meestal later ook onzeker zijn. De camouflage hiervan wordt wel steeds beter, maar de basis verandert nauwelijks. Een kind dat gelukkig opgroeit, krijgt een dusdanige basis dat het daardoor de toekomst goed aankan. Niet alleen kan een kind later niet optimaal door het leven gaan als de opvoeding niet goed is geweest, maar er is ook een zeer grote kans dat het later zelf ook moeite heeft om een kind optimaal op te voeden. Ik zeg niet dat het onmogelijk is, alleen dat het moeilijker dan noodzakelijk is.

De manier van opvoeden heeft een veel belangrijker invloed op iemands welbevinden dan men vermoedt. Wees er daarom alert op hoe men kinderen benadert. Daarnaast moet je ook proberen om jouw opvoeding te beoordelen, zodat je dingen gaat herkennen. Alles opschrijven en uitwerken zijn zeer goede hulpmiddelen. Door schrijven krijg je veel meer inzicht en liggen dingen vast. Opvoeden geeft een basis voor iemands leven. Dit geldt zowel voor het goede als het slechte. Uiteraard is alleen het goede het enig juiste.

Wil je aanvullende informatie: